Ode aan Giada
Lieve Giada,
Alhoewel ik denk dat er geen woorden zijn die kunnen beschrijven hoe dankbaar ik jou ben, hoeveel ik van jou houd en hoe mooi ik jou vind, probeer ik het alsnog. Want dat is het minste wat ik voor jou kan doen; de wereld vertellen over jou.
Lieve Giada, wat bewonder ik jou. Toen ik jou voor het eerst zag, was je weggestopt. Letterlijk, in een hoekje van een luxe landgoed. Dag en nacht, seizoen na seizoen, zat je op een klein afgezet stuk grond met een hondenhok erop. Het beetje verdorde gras wat er nog over was, lag vol met jouw uitwerpselen, je waterbak was groen van de algen. En daar lag jij, op het beton. Verslagen, eenzaam, ziek. Je had diarree, blaasontsteking. Verschillende tumoren waren duidelijk te zien op je oude lichaam. Je vacht was dof en vies. Je hief je hoofd op en zodra ik het hek opendeed, kwam je naar mij toe – ook al kostte het je moeite om op te staan. Ik zag het meteen: de liefde in je ogen, de zachtheid in je uitstraling. Daar, op dat moment, sloot ik je in mijn hart en jij deed hetzelfde met mij.
Lieve Giada, je ging direct op je rug aan mijn voeten liggen. “Aai mij, heb mij lief!” En dat deed ik. De dankbaarheid die je uitte met jouw kwispelende staart en zachte geknor zal ik nooit vergeten. Ik maakte je een belofte, lieverd. Ik beloofde je, dat ik voor de rest van jouw leven voor jou zou zorgen. Dat ik jou zou liefhebben. Dat ik jou zou voorzien van goede voeding, medische zorg, bescherming, beweging en vooral heel veel liefde, aandacht en plezier. En jij begreep het. Vanaf die dag, vanaf dat moment, week je liever niet meer van mijn zijde. Je gaf je volledig aan mij over; je onvoorwaardelijke vertrouwen raakte mij diep in het hart. En daar, lieve schat, ben ik je zo dankbaar voor. Het maakte dat ik mij speciaal voelde, waardevol. Jij zorgde ervoor dat ik mij nuttig voelde en dat ik verschil maakte. Dankjewel daarvoor.
Wat hebben we genoten vanaf toen. Toen ik je voor het eerst mee naar binnen nam en je jouw dikke comfortabele kussen liet zien, keek je mij verbaasd aan. “Een bed? Voor mij?” Ja, natuurlijk lieve schat. Zodat je dag en nacht comfortabel kunt liggen. Zodat je je oude lichaam met je stramme en pijnlijke gewrichten kunt laten rusten. Je was zo blij – ook al duurde het even voordat je daadwerkelijk kon geloven dat het echt jouw eigen kussen was. En niet alleen omdat je zo eindelijk lekker kon liggen, maar vooral omdat je zo dichtbij Luca en mij mocht zijn. Hoeveel keer ben je niet van je kussen gekomen, om even je neus tegen ons aan te drukken. Jezelf ervan te verzekeren dat het allemaal echt was. Dat je binnen, in een comfortabel huis, samen met mensen en dieren mocht leven. Beschermd tegen kou, warmte, regen, sneeuw en wind. Je glimlach, je gesnurk, je overactieve staart als we alleen al naar je keken; ze spraken boekdelen.
Wat ben ik trots op je, Giada. Je bent zo snel opgeknapt. Je depressie verdween als sneeuw voor de zon. Want zo veerkrachtig was jij. Je gedroeg je voorbeeldig tijdens de vele bezoeken aan de dierenarts, zodat we je medische mankementen één voor één konden aanpakken. Je genoot van je nieuwe voeding, de lekkere snacks. Je deed zo je best met wandelen. Waar je de eerste keren niet langer dan tien minuten kon lopen, liepen we na een aantal weken al langer dan een uur. Wat een plezier! Samen met Chica hebben we mooie dingen ontdekt. En wat kon je goed ruiken! Ook al was het nog heel ver, jij verraadde al dat we een hert, vos of zwijn zouden tegenkomen. Dat er ergens een verloren boterham lag van één van de werkers in de wijngaarden. En toch stond ik om de haverklap op je te wachten, omdat je elk grassprietje van onder tot boven moest besnuffelen. Wat heb ik toch gelachen om jou. Je heerlijke eigenwijsheid. In het begin was je nog zo overweldigd door jouw ‘nieuwe leven’, dat je alles prima vond. Maar – gelukkig – ben je daaraan gewend geraakt en kreeg je praatjes. Waar ik links wilde, wilde jij rechts. En als ik probeerde mijn poot stijf te houden, dan gooide jij jouw 35 kilo in de strijd, ging je liggen en keek je mij uitdagend aan. Is goed lieverd, dan gaan we toch naar rechts. Wat mis ik die momenten.
Lieve Giada, je hebt mij zoveel geleerd. Jij hebt mij laten zien, dat het verleden afgesloten kan worden door je te richten op het nu. Want dat is wat jij deed. Vanaf het moment dat ik voor jou mocht zorgen, had jij geen boodschap meer aan de donkere periode die je achter je liet. Je genoot simpelweg. Van de kleinste dingen, ook. Jeetje, wat is dat leerzaam. Niet kijken naar het verleden, niet denken over de toekomst, maar genieten van het nu. Dankjewel, lieverd. Ik heb jouw boodschap begrepen.
Jouw vertrouwen in de mens vind ik ook zo bewonderenswaardig. Wat was je lief en open voor iedereen. Zo vriendelijk, zo sociaal. Ondanks wat jou was aangedaan door mensen; je hebt jouw prachtige karakter daardoor niet laten aantasten. Iedereen verdient een kans, vond jij. Iedereen is mooi op zijn of haar eigen manier, leerde je mij. Je hebt gelijk, lieve Giada. En wat is de wereld toch mooi, als je het op die manier bekijkt.
Lief Beertje van mij, je hebt mij zo goed geholpen in het ervaren van onvoorwaardelijke liefde. Ik was er al mee bezig, was al op ontdekkingstocht. Ik vond het nog complex, moeilijk te definiëren. Maar jij liet mij zien dat het juist zo simpel is. Onvoorwaardelijke liefde laat zich niet beschrijven, sturen, praktiseren of vormen; onvoorwaardelijke liefde is er. En dankzij jou, heb ik dat ervaren en dankbaar draag ik die wetenschap nu altijd met mij mee.
Mooie vriendin, we leefden samen in reservetijd. Extra tijd die niet alleen jou, maar ook mij gegund was. Dankzij jouw veerkrachtigheid en jouw levenslust, hebben we nog bijna twee jaar mogen genieten, leren en liefhebben samen. Wat was je toch sterk. En wat ben ik daar ongelooflijk dankbaar voor. Dat ik jou; mooie, lieve, veerkrachtige, liefdevolle, grappige, wijze, levenslustige, leergierige, zachtaardige, eigenwijze, intelligente, prachtige Giada, aan mijn zijde heb mogen hebben. Ik voel mij vereerd. Ik voel mij dankbaar. Ik voel mij geliefd. Allemaal dankzij jou.
Lieve Giada, ik mis je, je fysieke aanwezigheid. Je grote lijf in onze kleine huiskamer. Je gesnurk, je geknor. Je zachte vacht; die we weer prachtig gezond en glanzend hebben gekregen. Ik mis het zelfs om twee keer per dag te stofzuigen omdat je twaalf maanden per jaar in de rui was. Ik mis de blik in jouw ogen, waarmee je mij zoveel vertelde. Je natte neus tegen mijn been. Je grote poten waarmee je aangaf dat ik moest doorgaan met aaien of masseren. Je grote kop op mijn matras, als je mij midden in de nacht wakker maakte, om mij even gedag te komen zeggen. Je eigenwijze gedrag tijdens het wandelen of wanneer ik je wilde wassen. Ik mis jou, Giada. Jou in jouw geheel. Precies zoals je bent. Van top tot teen, van binnen en buiten.
Maar lieverd, ik weet ook dat je er nog bent. De liefde die wij vanaf onze eerste ontmoeting voor elkaar voelden en uitwisselden, bleek een onverwoestbare fundering voor een eeuwigdurende band. Een connectie die ik koester. Dus ook daarvoor: bedankt. Dat je er nog bent. Dat ik jouw liefde en dankbaarheid nog steeds ontvang. Ik blijf van jou houden, zoals ik de afgelopen jaren heb gedaan, al denk ik dat ik nog steeds elke dag een beetje meer van jou houd. Onvoorwaardelijk, met heel mijn hart en ziel.
Dankjewel, lieve Giada. Voor alles.