Mijn eerste kennismaking met dierencommunicatie - deel 1

Het was op een koude woensdagochtend in februari dat ik het berichtje van mijn buurvrouw Sandra ontving. Freddy was al enkele dagen niet thuisgekomen. Vreemd, want hoewel deze avontuurlijke kater graag op pad gaat en veel buiten te vinden is, blijft hij altijd wel in de buurt van zijn huis. Ik maakte mij onmiddellijk zorgen. Het was een week waarin de winter zich voor Nederlandse begrippen van zijn extreemste kant liet zien; het vroor ’s nachts tot wel 10 graden.
 

Freddy
Vanaf dat ik Freddy ontmoette, ben ik al gek op deze kater. Zeker toen Poofy nog geen deel uitmaakte van ons gezin, liet hij zich graag door mij verwennen in de vorm van aandacht en knuffels. Hij hield mij dikwijls gezelschap tijdens lange werkdagen op mijn kantoor aan huis en voelde zich welkom. Wanneer de deur openstond, schroomde hij niet om even te komen buurten. Dit veranderde toen Poofy bij ons kwam wonen. Deze mooie poezendame is weliswaar gek op Freddy en ziet hem als een groot voorbeeld als het op avonturen buitenhuis aankomt, maar binnenshuis ziet Poofy hem liever vertrekken. Niet dat Freddy zich daar veel van aantrekt; hij is duidelijk de dominantste van de twee. Om Poofy iets te ontzien en haar zenuwachtige gedrag te beperken – ze wordt erg nerveus als Freddy in háár domein rondsnuffelt – zie ik erop toe dat Freddy zich minder vaak toegang verleent tot ons huis.

De vermissing
Terug naar die bewuste week in februari. Sandra zette zich als een echte poezenmoeder in en ondernam meerdere stappen om haar geliefde kater weer zo snel mogelijk thuis te krijgen. Wat haar het meeste zorgen baarde, was dat Freddy speciaal voer at, ter ondersteuning van zijn minder goed functionerende nieren. Zonder zijn speciale dieet, zou het wel eens slecht af kunnen lopen. Middagen lang trotseerde Sandra de kou door de buurt af te struinen, roepend naar Freddy. Ze vroeg buren in hun schuren, kasten en kelders te kijken, bracht flyers rond en schakelde Amivedi – een instantie die vermiste en gevonden huisdieren registreert – in. Ik wilde ook helpen en vroeg mensen via social media uit te kijken naar deze prachtige en sociale rode kater.

Een alternatieve methode
Enkele dagen later, Freddy was inmiddels al een week zoek, sprak ik mijn vriendin Maresa en vertelde haar over de vermissing. Maresa bood aan de dame om hulp te vragen die contact met haar – inmiddels overleden – poes Odie had gemaakt, toen deze de december ervoor zoek was geraakt. Zo gezegd, zo gedaan. Intuïtief communiceren met dieren was voor mij destijds compleet nieuw. Ik was sceptisch, kan dat echt? En als dat kan, vinden we Freddy daarmee terug? De desbetreffende dame wilde ons graag helpen en maakte door middel van een foto contact met Freddy…

De berichten van Freddy, die via mijn vriendin binnenkwamen op mijn telefoon, gaven mij de hoop terug die ik inmiddels verloren was. Ten eerste; er was contact! Freddy leefde, want hij informeerde de dame uitgebreid over waar hij zich bevond. Hij lag lekker in het zonnetje achter glas, zo vertelde hij. Ook gaf hij een beschrijving van een wit huis en een blokhut, met de specifieke vermelding van de ouderwetse raampjes. Op de vraag of hij binnen of buiten was, kon hij geen duidelijk antwoord geven. “Ik ben zowel binnen, als buiten.” Het was de vrouw een raadsel, maar zoals een integer dierencommunicator betaamt, gaf zij de boodschap zonder deze te interpreteren één op één door. Sandra en ik, bekend in het gebied waarin wij wonen, wisten misschien wél wat Freddy bedoelde: hij zat wellicht in een warenhuis, een van de velen die dit glastuinbouwgebied rijk is. Dat strookte ook met zijn verdere beschrijving. Zo vertelde hij over ‘allemaal rode dingen’ (tomaten, paprika’s of misschien gerbera’s?) en een grote werkbank met aarde erop.

Dit is echt!
De hoop die terugvloeide in mijn hele zijn, kwam niet alleen doordat er contact was. De gespecificeerde boodschappen die de dame ons doorgaf, kwamen écht van Freddy, zo concludeerde ik. Mijn intuïtie gaf mij aan dat de woorden die gebruikt werden, wel van hem moésten komen. Dat hij aan het rondscharrelen was, dat er sprake was van een volgens hem lekker temperatuurtje. Dat er wel eten was, maar niet speciaal voor hem (gezien zijn nier-dieet, zo bleek achteraf). Maar ook: dat Freddy zelf later op de dag nog contact zocht met de dame, om háár een aantal vragen te stellen! Of ze zelf dieren had, onder andere, en om haar ermee te complimenteren dat ze op deze manier dieren helpt. Dat correspondeert volgens mijn intuïtie met Freddy. Met zijn nieuwsgierige, open en geïnteresseerde karakter, vol humor. Dat is het gedrag en dat zijn de woorden die ik, gevoelsmatig, helemaal bij hem vind passen.

Freddy is uiteindelijk gevonden. Sandra ontving enkele dagen later een telefoontje van de dierenambulance, zij waren gebeld door een echtpaar waarbij Freddy al een poosje rondzwierf en zij hadden hem uiteindelijk binnengelaten. Dankzij de geregistreerde chip in Freddy’s nek, was het contact snel gelegd. Het was verbazingwekkend ver, zo’n 5 kilometer verderop. Toen Sandra hem op ging halen, werden onze vermoedens bevestigd. Er was een veranda (“zowel binnen, als buiten”), een blokhut met de door Freddy beschreven vierkante raampjes, een warenhuis met rode bloemen en in de schuur stond een grote werkbank vol potgrond. Ja, er was kattenvoer, maar uiteraard niet afgestemd op de (gebrekkige) werking van Freddy’s nieren.

Dit was mijn eerste contact met deze wondere wereld. De wereld van de dierencommunicatie. Vanaf dat de eerste boodschap van Freddy ons bereikte, was er voor mij geen twijfel meer. Dit is echt. En dat betekent voor mij dat de wereld waarin ik leef, nog veel groter en vooral veel mooier is dan in eerste instantie gedacht…

Lees verder in deel 2